Hoe heeft het recht zich ontwikkeld? Waarom hebben wij geen jury- en lekenrechtspraak en andere landen wel? Zijn er nog sporen van het oude inheemse recht te herkennen in ons hedendaagse recht? Vragen die de jurist van nu zich vast wel eens zal stellen. Maar waar ligt het antwoord?
Kennis van de geschiedenis relativeert de waan van de dag. Dat geldt ook voor de rechtsgeschiedenis. ‘De historie kan nimmer een argument tegen verandering en nog veel minder één tot terugkeer naar een reeds afgeschafte norm opleveren’, aldus Algra en Gerbenzon in hun rechtshistorisch handboek Voortgangh des rechtes.
Onze rechtsstaat kent een 'rechtshistorisch erfgoed' dat belangstelling en studie verdient. Daarvoor werd in 1879 de Vereeniging tot uitgaaf der bronnen van het Oude Vaderlandsche Recht (OVR) opgericht. Doelstelling was toen het uitgeven van rechtsbronnen, onder andere ten behoeve van universitair onderwijs en onderzoek. Sinds enkele jaren wordt de doelstelling ruimer opgevat. Doel van OVR is nu: het bevorderen van de belangstelling voor en de studie van de rechtsgeschiedenis der Nederlanden.
OVR doet dat door het uitgeven van het tijdschrift Pro Memorie, het in stand houden van een leerstoel oudvaderlands recht (thans een wisselleerstoel) en het bieden van informatie over actualiteiten.
OVR is van betekenis voor iedereen die geïnteresseerd is in het recht in historisch perspectief. Onze contribuanten zijn onder andere:
- juristen met historische belangstelling
- historici
- mensen werkzaam in openbaar bestuur, rechterlijke macht, notariaat en advocatuur
- professionele rechtshistorici en mensen werkzaam in de archiefwereld
- leden van (lokale en regionale) historische verenigingen
- andere geïnteresseerden in recht en geschiedenis
Heeft u belangstelling voor (rechts)geschiedenis en spreekt wat OVR te bieden heeft u aan, dan bent u van harte welkom als contribuant van OVR.
Contribuant van OVR wordt men door zich te abonneren op Pro Memorie. U kunt dat doen door te bellen, schrijven of mailen naar:
Amsterdam University Press
Nieuwe Prinsengracht 89, 1018 VR Amsterdam
tel. 020-4200050
e-mail: abonnementen@aup.nl
www.aup.nl
Informatie over de contributie vindt u hier.
De eerste aflevering van 2021 kent een verscheidenheid aan artikelen. Hylkje de Jong schrijft over een juridisch geschil over de eigendom van een kistje goud, dat zijn einde vond in de spraakmakende reviesuitspraak van het Hof van Friesland van 14 december 1718.
Met de bijdrage van Klaas Van Gelder schuiven we enkele jaren op in de tijd en krijgen we te zien hoe de dood van een houtsnip in 1724 het aanknopingspunt blijkt te zijn om enkele spanningsvelden binnen en tussen verschillende bestuursniveaus van de Oostenrijkse Nederlanden nader te onderzoeken.
Opnieuw draagt Jos Monballyu bij aan onze kennis van de strafrechtspraak van de Belgische Hoven van Assisen tijdens de Hollandse periode. Aan de hand van de West-Vlaamse Hoven van Assisen toetst hij met name het beeld van een voortgezette strenge bestraffing op basis van de Code pénal van 1810.
Tot slot beschrijft Frederik Dhondt hoe het militaire conflict tussen het Oostenrijkse keizerrijk en het koninkrijk Piëmont-Sardinië in 1861 een publieke storm alsook een juridisch conflict over persvrijheid tot stand bracht in het jonge België.